Een hond is geen mens, maar voelt wel als een beste vriend. Maar hoe weet je nou of je hond gelukkig is en wat hebben ze van ons mensen nodig? Hierbij een paar tips voor een gelukkige hond.
1. Ben er voor je hond.
Klinkt als een inkoppertje, nietwaar;). Toch vergeten we nog vaak op de juiste momenten de hond steun te geven. We denken al snel dat hij zich aanstelt of iets voor elkaar probeert te krijgen. Maar honden zijn net als wij emotionele wezens, die onze steun en vertrouwen nodig hebben als ze bang of gestrest zijn of iets niet snappen. Steun geven werkt mee aan een goede band met elkaar.
2. Leer meer over hondentaal.
Honden communiceren met hun lichaamstaal. Dat zijn signalen, bewegingen met het lijf en bepaald gedrag wat ze laten zien als ze iets te vertellen hebben. Dat doen ze naar andere honden en ook naar ons mensen. Honden zijn conflict vermijdend en laten dat zien met kalmerende signalen. Honden lopen bijvoorbeeld het liefst met een boogje om anderen heen. Dat is een teken van respect en om te laten zien dat ze geen strijd willen. Geef je hond de ruimte om die bochtjes te maken.
Een hond die aangeeft iets niet prettig te vinden draait vaak de kop opzij. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je de hond te lang knuffelt, over de kop aait of iets anders wat hij niet fijn vindt. Zie je dat je hond zijn kop wegdraait stop dan met wat je doet, hij vindt het niet leuk.
Kijk naar je hond en leer zijn taal herkennen. Communiceren is 2-richtingverkeer, praten en luisteren!
3. Ben geen pester.
Je hond wil je graag vertrouwen en dat gaat niet als je je hond (onbedoeld) pest.
Dit gaat over zaken als rukken aan de lijn, schreeuwen, intimideren of je hond dwingen iets te doen wat hij niet wil of nog niet kan. Dit is dan geen trainen meer, maar pesten. Dit zijn ouderwetse methodes, waarvan we nu weten dat het onverstandig en wreed is om ze te gebruiken. Het veroorzaakt negatieve emoties die leiden naar negatief gedrag, met het risico op escalatie.
Er zijn voldoende alternatieven om het (zelf)vertrouwen juist op te bouwen, zonder pijn, angst of dwang te gebruiken. Je moet er alleen wel wat voor doen! Blijf rustig en zoek of vraag (mij) naar positieve oplossingen.
4. Dominantie.
De gedachte dat wij de ‘alfa’ moeten zijn, anders denkt je hond dat hij de baas is, is een achterhaalde gedachte. Honden vinden leiderschap en weten wat er van ze verwacht wordt prettig, maar daar hoef je geen bazig type voor te zijn. Want als je dat wel bent is de enige reden waarom je hond luistert is omdat hij geen ruzie of strijd wil. Honden zijn tenslotte conflict vermijdend.
Duidelijkheid, rustige begeleiding en consequent zijn in wat je van je hond wil zal hem meer helpen zich goed te gedragen.
5. Maak gebruik van zijn slimheid.
Honden zetten graag hun hersens aan het werk. Veel honden krijgen genoeg lichaamsbeweging, maar niet altijd genoeg mentale uitdaging.
Naar het bos of park gaan, achter balletjes aan rennen enzo is leuk, maar daar raakt een hond niet verzadigd van. Het enige waar je aan werkt is zijn conditie, met als gevolg dat hij steeds minder snel moe is, maar nog steeds niet voldaan. Dit soort activiteiten vragen weinig van het denkvermogen, terwijl veel honden erg gelukkig worden van hersen- en neuswerk. Dus zoekspelletjes.
Dat kan binnen en buiten plaatsvinden. Neem voor de wandeling genoeg lekkere voertjes mee en strooi deze tijdens de wandeling eens op verschillende plekken op de grond, straat of gras. Of verstop in huis een speeltje of snoepje achter een meubel of in een doos en laat je hond zoeken.
Wil je meer inspiratie voor hersen- en neuswerk spelletjes, volg dan onze FUN cursus.